terug

Pieter Roelf Roelfsema


korte tekst voor Eshof 4 mei 2023

lengte: 1 minuut en 15 seconden
Dit is het graf van Pieter Roelf Roelfsema.
Hij en zijn vrouw waren liefhebbers van kunst.
Dit grafmonument is gemaakt door hun vriend, beeldhouwer Willem Valk.

Roelfsema was directeur van de kalkzandsteenfabriek Albino.

In zijn kantoorpand in Groningen bood Roelfsema onderdak aan één van de
belangrijkste verzetsstrijders van Nederland: Iman Jacob van den Bosch.

Van den Bosch had samen met bankier Walraven van Hal het Nationaal Steun
Fonds opgericht. Het NSF financierde op zeer grote schaal de
illegaliteit en de onderduik in Nederland.

In de oorlog deed Roelfsema allerlei verzetswerk, zoals het rondbrengen
van bonkaarten en het onderbrengen van onderduikers. Tevens was hij de
provinciaal verzorger van het NSF in de provincie Groningen.

Op 8 november '44 werd Roelfsema gearresteerd.
De SD zag hem aan voor de leider van het NSF en hij werd in het Scholtenhuis ernstig
mishandeld tijdens zijn verhoor.
Toen hij later werd binnen gebracht voor een 2e verhoor,
bezweek hij aan een hartaanval.

Pieter Roelf Roelfsema was 46 jaar oud.


 

tekst Dirk Munk, april 2023 ( pdf | odt )
We staan hier bij het prachtige graf van Pieter Roelf Roelfsema. Pieter woonde
niet in Haren, maar in Groningen, aan de Goeman Borgesiuslaan. Hij en zijn
vrouw waren grote liefhebbers van kunst en cultuur. U kunt dat zien aan dit
mooie grafmonument, dat gemaakt is door hun vriend, beeldhouwer Willem
Valk. Er valt heel veel te vertellen over Pieter.

Pieter was directeur van de kalkzandsteenfabriek Albino in Hoogersmilde. Het
kantoor van die fabriek was echter gevestigd aan de Trompstraat 15 in Gronin-
gen. De moeder van Pieter woonde in de bijbehorende woning, waar ze onder-
dak bood aan verzetsman Iman Jacob van den Bosch, die als procuratiehouder
werkte op het kantoor.

De oud-marineman Van den Bosch had samen met bankier Walraven van Hal
het NSF, het Nationaal Steun Fonds, opgericht. Dit was één van de belangrijkste
verzetsorganisaties van Nederland. Het bood financiële hulp aan vrouwen en
gezinnen van zeevarenden, oud-militairen, en onderduikers. Het NSF financier-
de andere verzetsorganisaties, en een groot gedeelte van de spoorwegstaking
van 1944 is door hen bekostigd. Ze kregen hun geld uit bijdragen, maar ook uit
het vervalsen van waardepapieren, en uit de grootste bankfraude uit de Neder-
landse geschiedenis. Om u een idee te geven, tijdens de oorlog heeft dit fonds
ongerekend meer dan 600 miljoen Euro uitgekeerd in huidige waarde.

Een andere verzetsman die in het pand woonde, was Ipe Nieborg, hij werkte als
boekhouder voor Albino.

Pieter Roelfsema is voor de oorlog secretaris van de Groningse afdeling van de
Nederlandsche Beweging van Eenheid door Democratie (EDD), die zich afzet
tegen extremere politieke bewegingen zoals het nationaal socialisme en het
communisme. Hij wordt daarom al in september 1940 opgepakt, en naar Osna-
brück overgebracht, waar hij alle andere secretarissen en penningmeesters van
de EDD terugziet. Hij is daarmee de eerste politieke gevangene van Groningen.
Hij wordt echter al vrij snel weer vrijgelaten.

Daarna houdt hij zich bezig met allerlei verzetswerk, zoals het rondbrengen van
bonkaarten, onderdak zoeken voor onderduikers, enz. Tevens was hij de provin-
ciaal verzorger van het NSF in de provincie Groningen.

Ipe Nieborg krijgt begin oktober 1944 van Iman van den Bosch het verzoek om
een kistje met papieren van de NSF te verbergen. Dat doet hij door het kistje te
begraven in de tuinwal langs het Verbindingskanaal, maar zonder Pieter Roelf-
sema te informeren. Op 18 oktober wordt Iman van den Bosch aan de Parklaan
opgewacht door de S.D. en gearresteerd, waarbij hij in zijn schouder geschoten
wordt.

De Roelfsema's duiken direct onder. Eerst bij de fabriek in Hoogersmilde, en
daarna gaat Pieter naar Roden en zijn gezin naar Bakkeveen.

De S.D. arresteert de moeder van Pieter en Ipe Nieborg bij het kantoor aan de
Trompstraat. Ze doorzoeken het pand, en vinden het kistje met papieren in de
tuinwal. Het bevat de namen van vele verzetsmensen, dus er volgt een golf van
arrestaties.

Blijkbaar heeft de S.D. niet in de gaten dat Van den Bosch een leider van het
NSF is, want hij wordt nauwelijks ondervraagd. Tien dagen later al wordt hij
gefusilleerd, of beter gezegd afgemaakt met een nekschot, in Westerbork.

Liesbeth, de jongste dochter van Pieter, wil graag haar pianolessen blijven vol-
gen in Groningen, en fietst in november naar haar leraar. Dat is niet verstandig,
ze wordt opgepakt door een Nederlandse politieagent en overgebracht naar het
Scholtenhuis. Daar ziet ze haar grootmoeder en Ipe Nieborg weer. Vervolgens
gaan ze met de auto naar Bakkeveen, waar Liesbeth met de dood bedreigd
wordt. Haar moeder geeft dan het onderduikadres van Pieter prijs, en Pieter
wordt opgepakt.

Hij wordt overgebracht naar het Scholtenhuis, en twee dagen lang verhoord
door de S.D. Ze denken blijkbaar dat hij de leider van het NSF is, en hij wordt
beestachtig gemarteld bij zijn verhoren. Pieter overleeft dit niet, en sterft na die
twee dagen op 9 november 1944 op 46-jarige leeftijd. Zijn lichaam wordt door
de S.D. ergens in een droge sloot in de Appèlbergen gedumpt. In juni 1945
wordt het op aanwijzing van een S.D.-er teruggevonden.

Pieter was een belangrijk verzetsstrijder. Maar belangrijker is nog dat hij onder-
dak geboden heeft aan Iman Jacob van den Bosch, één van de twee leiders van
het Nationaal Steun Fonds dat dus mede vanuit zijn kantoor geleid werd. De
Duitsers dachten blijkbaar dat hij die leider was, en dat is hem fataal geworden.

Als wij nu bloemen leggen op zijn graf, dan leggen we die ook neer voor Iman
Jacob van den Bosch, wiens as begraven is op begraafplaats Esserveld


 

voorgelezen op 4 mei 2022:
We staan stil bij het graf van Pieter R Roelfsema. Hij was lid van de
Beweging  Eenheid door Democratie. Hij staat bekend als iemand die zich
altijd inzette voor onderduikers. Wie hem om hulp vroeg kreeg die. Hij
werd op sluwe wijze gearresteerd in Roden, waarheen hij was weggevlucht
op fiets. Zijn gezin zag hij nooit weer. Hij kwam terecht op het
Scholtenshuis waar hij wreed werd behandeld. Via de brute commandant
Lehnhoff van het Scholtenshuis werd kort na de oorlog zijn lichaam
teruggevonden in Appelbergen in een sloot.
Op zijn graf staat een citaat uit de Gijsbrecht van Aemstel: "In het
harrenas gestorven." Met gevoelens van respect en dankbaarheid gedenken
we hem.